Watching the birds fall

Kort trokken de grijze oren naar achter terwijl haar blauwe ogen om zich heen keken. De roque poes liep vandaag iets anders dan ze normaal deed. Ze lette nu op Windclan, dit deed ze vlak bij de grens. Iedere eerste de beste idioot wist dat je niet zomaar ergens binnen moest stormen in je eentje, al hoewel, vorige keer was er wel een lolletje uit gekomen. Die poes die ze gedood had, ze vroeg zich af of Windclan getreurd had om hun warrior. Ah, wat boeide het ook. Sushhi hield haar kop hoog terwijl ze haar blik opnieuw rond liet kaan langs de onderbegroeiing maar nogsteeds was er geen spoor te zien van een kat. Enkel ze oude sporen van een muisje maar daar was ze eigenlijk niet zo geinterreseerd in. Haar groep had goede jagers die daar genoeg mee bezig waren om haar te voeden, en anders zou ze haar broertje wel opweg sturen. Kort keek ze om zich heen toen een windclan geur haar neus bereek maar deed alsof ze het niet merkte door relaxed te gaan zitten.

{ S T U N N I N G B R I G H T }

Stunningbright liet verschillende geuren binnen stromen. Niets speciaals. Ze liet haar rossige kop weer naar beneden zakken. Haar blauwe ogen vernauwde zich boos. Wat hadden zij gedaan dat Starclan zo een vloek over het land had gegooid? Alleen maar dood en terreur, dat was wat ze kregen. Ze vond het op zich niet zo erg, maar vooral dat ze er zelf onder leed. Ze schudde haar vacht uit. Rustig vervolgde ze haar weg. Misschien kwam ze nog wel een konijnenspoor tegen. Ze had nog maar een paar passen gedaan tot een nieuwe geur voorbij waaide. Stunning opende haar bek om beter te kunnen ruiken. De zure geur van Rogue deed haar tanden weer op elkaar klemmen. Een frons kwam op haar gezichtje, gepaard met een grijns. Ze herkende die geur. Het had op het lijk van de poes gehangen. Scarletwish of zoiets. Ze trippelde naar de grens en zag een poes zitten. Stunningbright deed het zelfde. Haar rosse oren vouwden zich naar achter. Maar ze was niet van plan om aan te vallen. Tenminste nóg niet. "En met wie heb ik te maken?", sprak ze kalm. Haar honingzoete stem, die goed paste bij haar uiterlijk, schalde over de open vlakte.

Normaal lette ze niet zo op Windclan. Dat was vooral omdat Shadowclan en Riverclan haar aandacht trokken. Shadowclan omdat die al duidelijk van hun bestaan af wist en Riverclan omdat Gravepath had gezegd dat hij zijn oog daar nu op lag. Maar het was een tijdje geleden dat ze Windclan tegengekomen was, misschien werd het wel weer tijd. Ze had ze een aantal dagen gegeven met hun warrior, hoe heette ze ook alweer, iets van Silentnight of Quietnight ofzo wie wist. Ze vroeg zijn af of de zwarte apprentice had gezegd wie het gedaan had. kort schudde ze haar vacht uit tegen het zand dat erin blies. Toen ze een andere Windclan geur rook plantte ze zich neer op de grond. Afwachtend, maar er kwam weer een jonge poes aan lopen die ook ging zitten. Wat, geen aanval ofzo en daarbij zat die clan vol met jonge poezen ofzo. Kort bleven haar kaken op elkaar geklemd, die stem stond haar zeker niet aan en ietwat verveeld keek ze op ookal vroeg ze zich wel af wat hieruit zou komen. Zij wist dat de geen geursporen had verwijderd van het lichaam van de warrior en misschien had die poes die wel opgevangen. 'The name is Sushi, from the Terror Claws' stelde ze zich meteen voor, ze had geen zin om eromheen te draaien deze keer. 'And you are?' Eigenlijk maakte het haar niet zo heel veel uit maar toch.

'The name is Sushi, from the Terror Claws' Stunningbright spitste haar oortjes. 'And you are?' Ze hield haar kop scheef. Het leek de poes niet uit te maken hoe ze heette. "Stunningbright." Ook haar boeide het niet zo heel erg, maar vooral die groep naam. "Terror Claws he." Ze ging zitten en krulde haar staart rond haar poten. "Daarom die TC?" Ze bedoelde de littekens die bij de poes zaten.