Alweer ben ik hier... Dacht Whispersong. Alweer hier... Ze zuchtte. Waarom laat de StarClan mij niet meer toe in mijn Clan en ben ik verdoemd om als loner verder te leven, zonder Clangenoten om me heen? Waarom moet ik nou te veel fantasie hebben en soms niet meer weten wat echt is en wat niet? De pluizige poes keek even op, ze zat in het ThunderClaterritorium en had de hele tijd nadenkend naar haar poten gestaard. Nu zag ze de bomen, die langzaam weer tot leven kwamen met hun lichtgroene blaadjes. Waarom wasze ooit weggegaan uit dit prachtige oord? Alles was zo bekend, maar tegelijkertijd leek alles helemaal nieuw voor de grijsblauwe poes. Als ze één wens mocht doen van de StarClan, dan wist ze wel wat ze zou wensen: Ze wilde haar oude ThunderClanleven terug. Even leek het doodstil in het bos, de vogels floten niet en er blies geen zuchtje wind, tot er plots een geluid achter haar klonk. Ze stond open draaide zich om om de oorzaak van het geluid te vinden. Het duurde even voordat ze doorhad dat er iemand op één van de takken van een boom zat die niet ver van haar af stond. Ze kneep haar ogen tot spleetjes om te zien wie het was, maar ze herkende de kat niet, het enige wat ze kon zien was een flame pointed vacht.