Voorzichtig sloop de langharige grijze kater door de struiken heen. Zijn voeten plaatste hij nog voor een laatste keer op de mossige aardbodem en voor de zekerheid snoof hij nog eens intensief de lucht op. De verse prooigeur hing er nog altijd, sterker dan voorheen. Als zijn instinct het juist had, dan zou er twee meter voor hem een muis moeten staan, welke nog niet doorhad dat Graystripe op de hoede lag. Hij begon zachtjes te trappelen met zijn achterpoten, en na enkele tellen gewacht te hebben schoot hij als een speer in de lucht. Zijn klauwen uitgeklapt en zijn amberen ogen op zijn doel gericht: Het kleine, mollige grijze prooidier dat nu naar de veiligheid van zijn holletje snakte. Maar nog voordat het arme beest de kans kreeg een nieuwe ademzucht uit te ademen, ontnam de krijger zijn leven.