Algemene Onzin Topic

Paragraaf 2
Conjunctuur en bestedingen
Effectieve vraag: Consumptie + Particuliere investeringen + Overheidsbestedingen + Export – Import
Y is gelijk aan W, EV is bepalend voor de hoogte van het verdiende inkomen. Daarom wordt er van inkomensevenwicht gesproken als: Y = W = EV = C + I + O + E – M

Consumptie: Alle bestedingen van gezinnen. De hoogte hiervan is afhankelijk van het netto-inkomen, de hoogte van de rentestand en de prijsontwikkeling.
Investeringen: Alle aankopen van bedrijven. De hoogte is afhankelijk van loonkosten, huidige omvang van capaciteit en de hoogte van de rentestand
Overheidsbestedingen: Aangeschafte producten en diensten. De omvang wordt politiek bepaald.
Export/Import: Alle goederen of diensten verkocht aan het buitenland of hiervan ingekocht. Het saldo is afhankelijk van de internationale concurrentie positie en de groei van de wereldhandel.
Het conjunctuurmodel
Beschrijft het verband tussen EV, W, Y en Av. Dit is een korte termijn model en W* wordt dus als gegeven beschouwd. Econoom John Maynard Keynes stelde als eerste de conjunctuurmodellen op. Daarom heten ze ook wel eens Keynesiaanse conjunctuurmodellen.
Zijn mening: Grote werkeloosheid en overcapaciteit werden veroorzaakt door onvoldoende vraag naar goederen. Er was sprake van onderbesteding. Dus: W*: W= EV < W*

Effectieve vraag
Als je het buitenland buiten beschouwing zou laten was EV als volgt:
EV = C + I + O

Consumptieve bestedingen
Yb = Besteedbaar inkomen
Als dit toeneemtm, neemt C ook doorgaans toe. Daarom kan C ook als volgt geschreven worden:
C = 0.8Yb + 18 miljard
Of, in het algemeen:
C = cYb + Co
De vergelijking beschrijft het gedrag van de consumenten. De gezinnen zijn van plan om 80% (0.8) van hun inkomen te besteden. Dit wordt ook wel het cde deel genoemd. Onafhankelijk van economische factoren, moeten ze ook 18 miljard besteden.

Co wordt autonome consumptie genoemd. Deze consumptie is onafhankelijk van de economie.
c: Marginale consumptiequote. Dit geeft de verhouding weer tussen de toename van de particuliere consumptie (delta C) als gevolg van de toename van het besteedbaar inkomen (Delta Yb)

c:(Delta D (Toename particuliere consumptie))/(Delta Y (Toename besteedbaar inkomen) )

Spaargedrag consumenten
Het spaargedrag bereken je door van het besteedbaar inkomen de consumptie af te trekken.
S = Yb – C
S = Yb – (0,8Yb + 18 miljard)
S = 0,2 Yb – 18miljard
In het algemeen krijg je dan als volgt:
S = (1 – c) Yb – C

Besteedbaar inkomen
Dit valt te definiëren als het verschil tussen het binnenlands inkomen en de betalingen aan de overheid.
Yb = Y – B

In de werkelijkheid is dit anders. De overheid keert namelijk ook sociale uitkeringen uit en ook bedrijven betalen premies. De definitievergelijking zal dan als volgt zijn:
Yb = Y – B – SP + SU

Verwachte overheidsontvangsten
De verwachte overheidsinkomsten bestaan uit de betaalde belastingen. Dus is B afhankelijk van Y.