How to serve man (KOVA) (SPT)

Kova eerst, daarna open

Mary staarde naar de kittypets die rondhingen bij de twoleg place, en vroeg zich af of ze de moeite waard waren om op te staan. Haar blik gleed verder, richting het bloodclankamp. Voor haar waren bloodclanners niks anders dan wilde kittypets. Ze zuchtte, toen ze de geur van een kat rook. niet zomaar een kat, een bloodclan kat. Ze mocht ze niet. Verveeld draaide Mary haar hoofd richting de geur. "Wat moet je?"

|Voice|

Een zwarte poes zat verderop, ze droeg duidelijk geen halsband, dus of een 'losse' Kittypet of een rogue. De wat magere posturen zorgde ervoor dat Kova het op het tweede hield. Dat was de enige aandacht die ze aan de poes leek te schenken, even kijken en weer verder. Kova liep langs de poes, maar de poes sprak haar toch aan. "Wat moet je?"Kova hield even in en zocht contact op met de rode ogen van de vreemdeling, een woord verliet haar mond. "Wandelen", toen voor haar gevoel de zaak daarmee was afgedaan,liep de lichtgekleurde poes gewoon weer verder.

"Wandelen" De poes wou doorlopen, maar Mary stak daar een stokje voor. "Moet je me niet wegjagen? Voor je 'clan'?" Het laatste woord bracht ze spottend uit, en keek de poes toen emotieloos aan. "Mijn naam is Mary, trouwens. En wat is de naam van deze Bloodclan dame?" Heel formeel. Ze wou niet per se ruzie, Mary sprak gewoon haar gedachten uit.

|Voice|

Kova moest niet denken dat ze met dat antwoord gewoon door kon lopen. "Moet je me niet wegjagen? Voor je 'clan'?"vroeg de poes, het laatste woord klonk spottend. Misschien zouden de meeste Bloodclanners de vreemde poes meteen hebben aangevallen, maar Kova draaide zich enkel om met een verveelde uitdrukking. "Je zit goed zo"alsof ze de poes goedkeurde voor iets. "Mijn naam is Mary, trouwens. En wat is de naam van deze Bloodclan dame?"zei de Rogue formeel, Kova ging zitten. "Kova, de wind hangt stil"zei ze enkel,dat de wind stil hing klopte niet, er waaide wel degelijk een bries op dat moment, maar die zin sloeg op haarzelf.

"Je zit goed zo" Dat betekende geen gevecht. Mary was teleurgesteld, maar verborg het goed. "Mijn naam is Mary, trouwens. En wat is de naam van deze Bloodclan dame?" eerst ging de Bloodclanpoes zitten. Niet meer wandelen? "Kova, de wind hangt stil" De rogue trok een wenkbrauw op, maar zei verder niks. Om het gesprek te laten lopen, vroeg ze; "Ken je Demon? Of Claw?" Dit waren twee katten die ze had ontmoet, twee katten van de bloodclan. Deze poes kende ze dus misschien.

|Voice|

Kova zag dat Mary een wenkbrauw optrok, maar voor de rest besloot ze blijkbaar te zwijgen. "Ken je Demon? Of Claw?"vroeg Mary, Kova dacht na, maar een kat die zich als Claw of Demon had voorgesteld kwam niet in haar op, dus schudde ze haar kop. "Als het Bloodclanners zijn heb ik ze misschien in het Camp zien rondlopen". Haar neutrale houding bleef voor een groot gedeelte en haar taak was vooral om de vragen van de andere te beantwoorden, zelf iets vragen zou ze niet zo vlug doen.