Strawfur liep wat rond, en tikte perrongelijk een paar bosjes aan. Hij rook angst, en sprong in een keer door de bosjes. Hij zag de bange Mysterypaw, en voelde zich verdrietig voor haar. ''Rustig maar, ik ben het.,, Zei de kater geruststellend. Hij keek bespiedend om zich heen. Hij had het gevoel dat er iets aan zag te komen. Alles was stil. De appelgroene bosjes, de bomen, niks ritselde, en het waaide niet, helemaal niet. Hij sleurde Mysterypaw met zich mee, een konijnenhol in. Tot hij een vogeltje de kant op huppelde. Hij greep de vogel met zijn klauwen en gaf die aan de poes. ''Alsje, omdat je zo van me schrok.,, De kater keek nog steeds om zich heen. Hij wou de poes beschermen, en toen besefte hij wat.''Misschien kunnen we beter terug naar het kamp.,, Hij keek naar het vogeltje. Eigenlijk best wel gemeen, zoon vogeltje doden, maar het is lekker... Hij liep alvast naar het kamp, en wist niet of de poes hem achtervolgde,maar liep gewoon door. Tijdens het lopen naar het kamp doden hij allemaal diertjes, die vind hij maar niks.
Kort en flut, inspiloos. Soor for that.