Stilte heerste hier. De bomen hier maakten het leven grauw, door met hun schaduw het licht te blokkeren. Lichtgevende ogen die je met een koude blik aanstaarden. Ruwe doorns die scherp waren als klauwen die in je pels bleven haken. Bloederige tanden en klauwen die je willen verscheuren... Een witte schaduw gleed over de steen. Bloedspatten lieten de pootjes achter. Donkerblauwe oren bewogen heen en weer. Stil ging de poes zitten toen ze merkte dat het écht veilig was. Een zucht ontsnapte uit Lugia's mond. Zou iemand haar kunnen helpen met die rare uitsteeksels? Aan dat blauwe spul zou ze zelf wat kunnen doen. Ze bracht haar pootje naar haar mond en likte de nog vochtige verf. Meteen spuugde ze het weer uit. Bah, dat smaakt naar kraaienvoer! Bedroefd schudde Lugia haar hoofd. Kwam ze hier ooit vanaf? Misschien niet. Ze had geluk met dat verdwaalde hulpeloze vossenjong dat ze had kunnen vangen. Maar zelfs dat kleine beestje had haar ruim van tevoren zien aankomen. Gefrustreerd sloeg ze haar klauwen in en uit. Ze begon haar voordelen op te noemen. Het was hier fijn, ze had een deel van het bos gekregen als haar territorium. Een donker woud, dat groenste aan de bergen. Het SkyClan gebied. Hier was genoeg prooi en... Haar gedachten werden onderbroken door geluiden. Ze zuchtte en riep: "Ik weet dat jij mij kan zien, en ik heb jou gehoord. Kom maar tevoorschijn, ik doe je niks!"