Rue keek verveeld voor zich heen. Ze had lekker gegeten, ze had haar vacht verzorgd, ze had zelfs stiekem nog even getraind voor het geval dat ze het nodig had. Eigenlijk was Rue een hele knappe poes, zowel met verzorgde en onverzorgde vacht, ook al realiseerde zich dat niet. `Zo, jij ziet er wel uit alsof je een gezellig babbeltje kan gebruiken,' Rue keek om. Daar stond hij, die knappe zwarte kater. Hate was zijn naam. Rue had allang een Crush gehad op de kater, maar ze had het nooit durven vragen, en dit keer ook niet. "Ja, dat klopt" Rue's stem sloeg over en beschaamd liet ze haar kop hangen.