Waterpaw liep naar het water. Dikke tranen rolden over haar wangen en vielen in het water. Een voor een... Drup, Drup... Waarom moest dit háár overkomen? Ze staarde naar het water. Haar maag rommelde. ''Jaja, ik vang heus wel wat hoor...'' zei Waterpaw zachtjes. Opeens hoorde ze naast zich water spetten. Ze draaide haar kop erheen en zag een vis. Gelijk was al haar moeheid verdwenen en ze sprong bovenop de vis. Maar die was gladder dan ze verwacht had. Ze gleed weg en viel in het water. Ze keek om zich heen. Daar was de vis! Waterpaw sprong erachteraan steeds dichterbij de waterval. Ze was zich niet bewust van het bulderende geluid van het water en kwam steeds dichter bij de rand. Waterpaw hijgde en stond stil. De vis was gewoon té snel. Het water beukte tegen haar aan. Waterpaw was zó moe dat ze zich niet meer kon tegenhouden. Ze voelde de grond onder haar poten wegglippen. En ze viel... Waterpaw zag haar leven aan zich voorbijglippen. Ze zag zichzelf in haar leerlingenceremonie... Ze zag haar moeder krijsend op haar afrennen.... Ze zag haar moeder haar klauwen in het gezicht en flanken van Waterpaw slaan... Ze zag zichzelf in het bos... Ze... Ze hoopte alleen maar dat er iemand op een van de uitstekende takken onder haar zou staan om haar te redden...
Hey. Jij daar. Ooit al een zwarte kat horen praten? Nee? Nou, nu dus wel.