They killed one of us

De tocht terug van de grens was lang geweest, maar hij had het dan toch eindelijk naar het kamp gered met het lichaam van Warlord. Hij wist dat er zo snel mogelijk een patrouille uit zou moeten gaan om te kijken of de dader nog te vinden zou zijn, maar nu was het eerst belangrijk dat Warlord in het kamp neergelegd werd en een afscheid zou kunnen krijgen. Hij stapte dan ook door naar het midden van het kamp, waar hij het lichaam neerlegde. Hij drukte zijn neus kort in de vacht van de kater, voor hij zich omdraaide en in de richting van Tallshadow's den liep om te kijken of de kater daar was. Ze moesten dit namelijk zo snel mogelijk regelen, wilden ze nog een kans hebben om de kat te vinden, want hij schatte de kans al niet groot meer in. Zodra hij dan ook zijn leider had gevonden, sprak hij hem aan. "Tallshadow," Sprak hij, "Ik heb het lichaam van Warlord bij de grens gevonden, hij is vermoord door een Bloodclanner." Zei hij. Dat was namelijk iets dat hij zeker van was. "Ik wil een patrouille eruit sturen om te kijken of ze de kat die dit heeft gedaan kunnen volgen." Hij had geen idee wat Tallshadow ervan zou vinden, dus hij besloot het maar voor te leggen en dan zou hij daarna katten kunnen vinden die bereid waren om de patrouille te doen.

[Acorndust brengt het lichaam van Warlord het kamp binnen, een bloodclanner heeft hem vermoord]

Russetfur en Smokebreath waren er ondertussen bij gekomen en Russetfur bood al aan om de patrouille te leiden. Dat leek hem wel een goed plan en zodra Tallshadow er dan ook mee instemde en er nog wat aan toevoegde knikte hij. "Russetfur, jij leidt de patrouille neem 3 andere katten mee, het liefst warriors of een oudere apprentice, gezien we het hier wel over Bloodclan hebben." Zei hij. Hij liet zijn blik kort naar Warlord glijden voor hij zich weer op de poes focuste. "Als je de bloodclanner vindt, weet je wat je te doen staat." Ze zouden dit niet ongestraft laten. Ergens wilde hij zelf ook gaan, maar hij was er al tevreden mee als er een patrouille zou gaan. Hij wist echter dat vanaf nu de patrouilles aangescherpt zouden moeten worden om te voorkomen dat dit nog een keer zou gebeuren.

De stank van het onvergetelijke drong haar roodbruine neusje binnen. Ze knipperde fel met haar ogen. Deze geur had ze meermaals geroken en zou ze nooit meer vergeten. Russetflow liet haar blauwe kijkers gaan naar waar de geur vandaan kwam. Haar nekharen rezen overeind toen ze hun deputy zagen staan met het enorme lichaam van de donkergrijze warrior. Ze legde haar oortjes plat, maar besloot eerst om haar prooi niet te veranderen in kraaienvoer voor ze zich bij het gesprek voegde. "Zou de policy ‘eerst slaan, dan vragen,’ niet altijd moeten gelden voor hun?" Haar blik gleed naar de bijna naamgenoot en bijna evenbeeld. Ze wist nog steeds niet wat er gebeurd was, maar de geur die van Warlord kwam zei eigenlijk al genoeg. Russetfur leidde een patrol en Smokebreath zat er blijkbaar ook in. Haar blik ging naar de kater met wie ze vuurvliegjes had bekeken. Het was een mooie avond geweest, eentje waar je al je zorgen kon vergeten. Waar je je een kitten kon voelen, maar de patrouille had geen kittens nodig. Ze draaide haar kop om naar de roodbruine kattin. "Zou ik mee mogen?", mauwde ze met een zoete stem. Russetflow had er een hekel aan om dingen te vragen, maar deze kattin was nu eenmaal ouder en dat was wel zo respectvol.