Ik schop jou onder jouw kont naar Starclan toe

Als jonge Apprentice was hij vaak buiten het kamp te vinden. Naast de trainingen met zijn mentor Terrorflight was hij altijd zelf nog op pad. De ene keer om te jagen, de andere keer om met een patrouille mee te lopen maar ook vaak zat om het gebied te ontdekken. Bloodpaw pluisde alles af. Elk hoekje en gaatje wou hij weten en elke bloemetje en plantje die in Shadowclan groeide wou hij zien. Zelfs de grenzen speurde hij helemaal af. Laatst was hij Chivysniff tegengekomen bij de grens tussen Shadowclan en Riverclan, de grijze kat die hij ontmoet had was toevallig de de Medicine cat van Riverclan geweest. Ze had hem zelfs geholpen om Winde te vinden voor Acefray. Sinds dien was hij eigenlijk altijd wel opzoek naar het plantje. De grens was namelijk niet zo snel bereikbaar. En als er nou iemand plots zijn poot gespalkt moest worden kon Blood helpen met het aanwijzen waar ze de plant op een wat dichtere plek konden vinden. De tom liep dus snuffelend rond, totaal niet doorhebbend dat hij bij Fourtrees aangekomen was waar zich ook nog een andere kat bevond. Pas toen deze hem begroette keek hij op. "Hallo" Mauwde hij terug naar de she-cat dat op een klein afstandje zat. Een vriendelijke glimlach op zijn lippen. De maine coon Apprentice ging zitten. Zijn dikke staart om hem heen slaand om het niet te koud te krijgen van de frisse wind. "Wie ben jij?" Een Riverclanner that was for sure, maar haar naam kende die niet.

De tom was gaan zitten. Zijn dikke pluizen staart om zich heen om de wind tegen te houden. Niet dat hij snel last had van de kou. Juist niet met z'n dikke pak vacht om zijn lijf heen, maar hij toch vatte hij liever geen kou op. De tom was best een koukleumpje, hij had het liever lekker warm dan koud brr. Lekker knus in een zachte op gewarmd nest. Oh hij kon er wel over dromen. "Wat zocht je?'' Vroeg de wit met rode Riverclanner she-cat in plaats van om haar naam te vertellen. De tom keek om zich heen. Geen zin hebbend dat er straks een grumpy Shadowclanner naar hem toe kwam stampen. "Ik zocht Winde." Mauwde hij eerlijk. Geen reden om te liegen. Ze was geen spion ofzo. toch? Nee. De she-cat zag er alles behalve uit als spy-material. "Ken je dat?" Vroeg hij. Hijzelf had het geleerd van Chivysniff. De med cat van Riverclan. De plakkerige plant was bij de grenzen te vinden maar Bloodpaw vond het veelte ver. Wat als er plots iemand poot gespalkt moest worden? Dan duurde het wel een tijdje voor dat je bij de grens was, het plantje los gepruts had, en weer terug bij het kamp. Nee, zijn taak was dus om een plek te vinden in Shadowclan territory waar de Winde een stuk makkelijker en sneller gevonden/gehaald kon worden. "Ik ben Coyotepaw trouwens, Medicine cat Apprentice van Riverclan." Bloodpaw keek de she-cat aan met grote ogen. Ze had haar naam verteld maar ook haar rang. Med cat app! "Wow super gaaf! Gefeliciteerd!" Sprak hij. Dan was Coyotepaw dus de leerling van Chivysniff! Dat was heel vet. Hij vond de grijze Riverclanner echt heel lief maar ook stoer. "En met wie mag ik het genoegen hebben?" Klonk het op een deftige speelse klank. De tom greens. Zijn keel raspend om zijn ge-wel-di-ge chique stem op te warmen. "U madam, kunt mij Heer Bloodpaw noemen." De tom maakte een 'nette buiging' toen hij zichzelf voorstelde. Een speelse grijns op zijn lippen.

De tom greens toen ook de she-cat een buiging terug maakte. Wat een nette dame was Coyote, de Medicine cat apprenitce toch. "Aangenaam, Bloodpaw," Sprak ze dan ook tussendoor. De zwart met rood bevlekte tom trok met zijn oortje. "Eens gelijk, Coyoyepaw" Mauwde hij terug met een plagerige speelse knipoog. Ah de oude Blood kwam weer omhoog gezet. "Dus, jij was op zoek naar kruiden? En je bent geen medicine cat?" Het kwam er uit alsof de she-cat het maar raar vond. Een beetje schamend keek hij dan ook weg. Er was toch niks mis mee om te helpen? Kruiden zoeken was toch niet iets vreemds? er gingen vaker normale getrainde warrior mee op de kruidenpatrouille dus dan kon/mocht hij dat toch ook? Bloodpaw knikte maar op haar vraag. Want ja, hij was geen med cat, of in training voor med cat. "Ik ben inderdaad een normale apprentince en opzoek naar kruiden." Hij drukte lichtjes zijn oren in zijn nek. "Ik had.. eum, niks te doen dus ja.. ik dacht ik help Acefray een pootje." Wat een stomme smoes Blood. ugh.

Coyotepaw, medicine cat apprentice, trapte half in zijn smoes. Ze mauwde dat ze hem geloofde maar geloofwaardig had hij niet geklonken. Hij schaamde zich niet? Maar hij wou niet dat de ander dacht dat hij een weirdo was die vrijwillig planten zocht. Het klonk niet logisch, want de Riverclanner die voor hem stond deed het ook. Maar ja. Misschien was het gewoon raar om dit te doen als je geen medicine rang had. Hij liet het over zich heen gaan. Acefray vond het niet raar, zijn mentor weer wel. Het was een beetje lastig. Bloodpaw likte zijn borstkast even om de zenuwen uit zijn lijf te krijgen. Hij hoefde hier helemaal niet zenuwachtig voor te zijn. Hij was gewoon aan het helpen, niks anders, niks raars aan. Coyoyo bood aan om mee te helpen waarop hij met een glimlach knikte. “Ja hoor, graag!” Ze was tenslotte een Medicine cat in training. Ze zal vast en zeker meer weten dan hijzelf, om haar aanbod af te slaan zou enorm dom zijn. “Volg mij maar!” Sprak hij, opstaand van zijn zithouding en richting de grens lopend terug naar Shadowclan territory.

Oh.. right. De tom hield halt en keek naar de twijfelende riverclan med cat apprentice. "Hm, je heb een punt, sorry." Even ging hij weer zitten met zijn billen op de koude grond en dacht na. Op de grens van Riverclan en Shadowclan was de plek waar hij de plant gevonden had met Chivysnif maar dat was dus te ver weg. Bloodpaw drukte zijn poot op zijn kin en wreef er nadenkend overheen. Bij de fourtrees waar ze nu waren leek niet veel dingen te vinden, dus waar konden ze nog meer heen gaan waar ze beide mochten komen zonder problemen? "Heb jij een idee?'' Ze zag er wel uit als iemand die iets slims zou bedenken.