Woede was al vanaf het kamp in haar opgeborreld Die moest er uit en wel zo snel mogelijk. Ze zocht een slachtoffer op wie ze haar woede kon botvieren. Toen pikte ze een geur op van een vreemde kat en meteen zetten de zilveren kat er flink de pas in. De geur ging weer terug naar het rivierclan territorium en daar zag ze een jonge eenling schichtig de grens afspeuren, maar hij zag niemand hoewel hij niet achter zich keek. Zodra hij zijn smerige poten over de geurlijn zetten sprong Aquamoon op hem af met een luid geblaas. De jonge eenling schrok op en draaide zich wild om en stoof weg, maar Aquamoon zou hem niet zomaar laten gaan, zelfs niet als hij hun territorium weer uit zou zijn. De rivierclan kattin was sneller dan de ongetrainde eenling en ze haalde hem in na een flink stuk afgelegd te hebben. Ze mepte met een gemene klap naar zijn oor die flink bloeden voor Aquamoon hem liet ontsnappen. Daar stond ze met een uitgelaten kwade energie die ze weer kwijt was geraakt door die jonge eenling op zijn donder gegeven te hebben. Maar ze rook nog een eenling al was ze nu niet kwaad meer tenminste niet echt meer. Ze volgde het geurspoor dat nog een heel eind verder op leek te stoppen bij een boom waar een kat bij lag. Een Brown tabby met witte bles. Ze rook vreemd een mengsel tussen poessiepoes en een eenling. Ze bleef half nieuwsgierig voor de vreemde kat stil staan. 'Jij ruikt vreemd, ben je van buiten de boerderij plaatsten, waar de tweebenen hun nesten hebben?' vroeg ze kalm maar op haar hoede.