"Hoi ik ben Thunder. En wie ben jij? Een poesiepoes? De meste katten doen stom over poesiepoesen maar ik niet. Het zijn ook maar katten, hoewel als ze gemeen zijn wel. Ik ben een roque kat. Weetje wat dat is? Woon jij hier?" Hoorde Fileze. Ze draaide haar kop en ze zag een andere poes, een beetje jonger dan haar. "Jij stelt wel veel vragen. Maar toch, mijn naam is Fileze en noem me zeker geen poesiepoes of je krijgt te maken met mijn klauwen!" Zei ze ruw, hoe durfde deze poes haar een poesiepoes te noemen, ze had bijna 1 van die tweebeners vermoord. "En nee ik weet neit wet een roque kat is, leg me dat eens uit? En nee ik woon hier niet, ik hang hier gewoon wat rond." Zei ze verlvolgens. Ze zag de andere poes in een berg wol gaan en liggen en Fileze zei: "Dat is niet zo slim, ik zou dat niet doen als ik jou was." Zei ze wijs. Ze hoorde iets en ze sprong hoger op de hooiballen, wat hoger hong ze terug liggen en haar staart hing vrolijk op en neer. Maar toen ze de tweebener zag stopte ze met haar staart en ze keek boos neer op de tweebener. Ze blaasde een beetje en je kon een ruwe 'Grrr' horen. De tweebener liep naar de berg wol en Fileze keek toe, hoe het zou eindegen.
You could be the corpse and I could be the killer
If I could be the devil, you could be the sinner
You could be the catnip and I could be the dealer
Everything you say is like music to my ears