Haar tijdelijke mentor legde kalm uit wat verdrinken was... En zo ook haar andere vragen. Geduld had de jonge, rossige poes zeker en de manier van vertellen zorgde ervoor dat de kleine meid haar aandacht gretig op de ander hield. Ze wilde horen wat ze te zeggen had, wat ze nog meer met haar kon delen. Ze wilde het allemaal weten. Verdrinken was zo'n nieuw concept, dat ze even afwezig wat knikte, een lichte frons op haar gezicht. Dat alles kon ze immers moeilijk inbeelden als ze nog nooit grote bodies of water had gezien. Echter sprak de apprentice al snel verder en vertelde ze over de schelpen. De poes snoof even, maar zei er niks op. Het leek er immers op dat die andere clans niet veel van hun moesten weten. Wat was dan eigenlijk het nut van de clans ook alweer? Ze wist het niet zo goed. De poes sprak verder, waarop de kleine Crow haar kopje kantelde. "Ikke vind nog steeds... Rivier van ons moet zijn," want het inzicht die de ander had, was niet hetzelfde als dat van haar. Het had meer ervaring, had meer gezien en wist de vervolgen van wat een rivier met zich meebracht. Ze wiebelde even wat op haar poten, maar keek meteen opgetogen op toen de ander weer sprak. Deze keer was het thunderclan! Kort maalde het jonge beest over haar woorden, voordat ze fronste en een stapje naar voren zette. "Dat klopt niet! Windclan is dat ook!" Goede jagers enzo... Dat had ze immers gehoord. "En ik ben van niks bang!" ja! ALs die donderkatten bang waren van een beetje oorlog, of toch de gemiddelde clankat van de ander clans, dan zag ze dat niet zo goed in. Granted had de kleine kraaienbaby nog nooit van oorlog gehoord, laar staan weten wat het is.