Violinpaw sloop over het gras, zo zacht mogelijk over de takjes- in de hoop ze niet te breken- en tussen de bomen door.
Het was zeer rustig, maar net iets te, het zou fijn zijn als er iemand was die haar gezelschap kon houden- maar die gene was er vast niet.
Toch speurde ze rond, probeerde andere geuren op te pakken, haar ogen stonden op scherp en haar oortjes schoten heen en weer.
Ze wou zeker niet af wachten, zeker niet, als ze niet naar haar zouden komen ging ze maar opzoek.
Een takje kraakte onder haar pootje en ze schrok er van, niet wetend dat zij het zelf was.
,,Wie is daar" klonk haar ijzige stem, pas nadat ze de echo van haar eigen stem hoorde en geen enkele geur van een andere kat rook wist ze dat zij het zelf was.
Meteen voelde ze weer een stroom van verdriet die door haar hart in haar bloed werd gepompt.
Hopelijk kwam ze snel iemand tegen, ze hoopte het..