De zachte wind leek woorden in haar oren te fluisteren. Maar veel aandacht had ze er niet voor. Haar ogen keken naar de omgeving voor haar. De specht zat nog altijd waar hij was geland. Het beestje had niets door dat ze daar zat. Het was een mooie dag en ze stond net op het punt om het beestje aan te vallen. Maar het diertje schrok op van iets en was meteen in een volle vaart weg. Geïrriteerd stond ze op en liep stil verder. Al de hele tijd leken de vogels aan haar te ontsnappen en daardoor had ze een slecht dag. Goldenmoon was vandaag extra snel op haar pootjes getrapt. Met snelle passen volgde ze de weg naar de zonnerotsen. Als ze geen vogels kon vangen dan zou ze op zijn minst een waterrat moeten kunnen te pakken krijgen. Haar gras groene ogen gingen heen en weer en steeds opnieuw snoof ze de geuren naar binnen. Ze had weer slecht geslapen voor de zoveelste keer en af en toe kon ze de gewen niet onderdrukken. Wat verder tussen een paar struiken liep een klein stroompje dat ze volgde tot ze eindelijk bij de rotsen aan kwam. Eerst bleef ze nog even in het struikgewas zitten… Kijkend of er nergens een rivierclan kat te zien was. Het was misschien wel hun gebied, maar je kon hier nooit zeker zijn. Langzaam sprong ze van rots naar rots tot ze een lekker warm plekje gevonden had. Ze rolde zich gezellig op en genoot van de warmte dat de stenen en de zon haar gaven. Langzaam sloot ze haar ogen en viel ze ook in een lichte slaap. Maar haar dromen bleven het zelfde en ze bleef het gezicht van haar zus zien. Maar de woorden waren in de maanden steeds verandert. De enige zin die haar zus haar toeriep was nog: “You're not better than me and I will make sure that you are as lost as I am.” Hoe kon haar eigen zus dat nou zeggen. Deze keer zag ze haar zus alleen voor haar en er kwamen wel woorden uit haar mond, ze hoorde ze niet. Ze voelde alleen de warmte rond haar en langzaam aan verdween haar zus ook in een helder licht. Toen ze wakker werd was de zon al weer aan het weg zakken en de hemel kleurde rood, en roze, oranje. Nog half slapend rekte ze zich ooit. Een glimlach verscheen op haar muil. Al die dagen had ze slecht geslapen, maar door de warmte was die droom eindelijk weg gebrand. Een licht gruis trok haar aandacht terwijl ze zich uitrok. Langzaam ging ze zitten en ze keek naar de struiken voor haar. ”Wie is daar. Grauwde ze terwijl ze nog een keer geeuwde. Het was een thunderclan kat, dat kon ze ruiken.
[Loinpath]
- Threads?:
(
Goldenmoon ~
Redflower ~
Whiteschadow ~
Fightsoul ~
Blacksnow ~
Midnightfear ~
Moonshine)