Have to get used to this

Met een snelle beweging wist Stormflight de vis uit het water te halen en te doden. Met een tevreden blik keek hij naar op de vis die hij had gevangen en hij liep naar het zanderige gedeelte van het territorium toe zodat hij zijn aanwinst kon begraven. Hij zou dadelijk wel verder jagen; eerst wilde hij iets gaan drinken. Hoewel de rivier daar een goede optie voor was, veerde hij op het laatste moment toch af en liep hij in de richting van the Lily Pool. Zijn blik gleed over de lelies die zich over het water verspreidden en met elk zuchtje wind zachtjes ronddartelden en hij stak zijn poot in het water zodat het rimpelde en de lelies opnieuw in beweging lieten gaan. Hij grinnikte een beetje om zijn eigen kittenachtige gedrag en boog zich voorover zodat hij kon drinken. Op het moment dat hij zijn bek opende om een slok te nemen, drong de geur van een Clanmate zijn neusgaten binnen en keek hij kort over zijn schouder. Hij gaf de apprentice, die hij herkende als Sagepaw, een kort knikje en dronk weer verder. Hij zou wel wachten totdat ze bij hem zou staan om een conversatie met haar te beginnen.

De zon was al een tijdje over zijn hoogste punt heen toen Sagepaw de bosrand verliet. De smalle bomen gingen over in kleine struiken en ze was blij om terug in de openheid van grasland te zijn. De grijsgespreepte Apprentice spitste haar oren toen een geritsel langs haar zijde klonk. Er schoot een spitsmuis voor haar poten langs. Instinctief stortte ze zich op hem en boorde haar klauwen in het zachte lijfje. De spitmuis stopte met piepen en ze hield het levenloze lijfje tussen haar klauwen. Tevreden nam ze haar verse prooi tussen haar kaken en begroef hem niet veel verder onder een laagje zanderige aarde. Sagepaw kon de frisse geur van de Lily Pool al ruiken toen ze van koers veranderde om haar poten in het water af te spoelen. En ook de geur van een Clangenoot. Nieuwsgierig snelde ze naar het met bloemen gevulde water. Een donkergrijze tabby was van het water aan het drinken en knikte even kort over zijn schouder als begroeting. Toen keerde hij zich terug naar het water. "He Stormflight" Glimlachte Sagepaw terwijl ze op een afstandje van hem naar het water reikte. "Alles goed?"
   

Sagepaw begroette hem en Stormflight glimlachte weer naar haar. “Met mij gaat het prima, Sagepaw,” zei hij op een warme toon tegen haar. Zijn blik gleed naar haar klauwen en een goedkeurende blik was in zijn ogen te vinden. “En ik zie dat het met jou ook prima gaat. Het zal de Clan goed vergaan met apprentices zoals jou,” complimenteerde hij haar. Hoewel ze op een leeftijd was gekomen dat ze prima voor zichzelf kon jagen, vond Stormflight het nog altijd bewonderingswaardig dat ze het alleen voor elkaar had gekregen. Hij zag immers geen andere kat en hoorde ook geen geritsel ten teken dat er nog iemand anders was. Dat wilde zeggen dat ze de prooi alleen had gevangen, wat erg goed was. “Ik neem aan dat je trainingen prima verlopen als je al zo voor jezelf kunt jagen?” vroeg hij op een vriendelijke toon aan haar, een twinkeling zichtbaar in zijn grijze ogen terwijl hij voor de leliepoel ging zitten en zijn staart om zijn poten legde.